De duurzame vooruitgang in de asfaltindustrie
De asfaltindustrie staat al geruime tijd onder druk om de productieprocessen te verduurzamen en heeft de afgelopen 1,5 tot 2 jaar ontzettend hard gewerkt aan de verduurzaming van de sector. Voor BEwerken een mooie gelegenheid om de voortgang van deze sector onder de loep te nemen. In dit artikel gaan we samen met Pascal Kregting, senior beleidsadviseur bij Bouwend Nederland, Vakgroep Bitumineuze Werken (VBW), verder in op dit onderwerp.
Positieve mindset
Pascal werkt vijf jaar bij de VBW en heeft de verschuiving gezien van een gesloten en niet-transparante sector naar een maatschappelijk betrokken sector. Duurzaam produceren is inmiddels een intrinsieke motivatie geworden voor Pascal en zijn collega's in de asfaltindustrie. Hij benadrukt dat de asfaltindustrie van oudsher altijd al een positieve mindset heeft gehad. Maar hij ziet de laatste jaren steeds meer een switch naar maatschappelijke betrokkenheid en klimaatbewust produceren. “De maatschappij verandert en je kunt dan niet vast blijven houden aan oude gewoonten.” De Nederlandse asfaltindustrie loopt ten opzichte van de asfaltsector in andere landen voorop. Maar ze blijven zichzelf de vraag stellen: Waar kunnen we op verbeteren? De eerste stap was om te kijken waar ze stonden in 2018-2019. Destijds lag het recyclingpercentage tussen de 35-40 procent. Pascal: “Een naïeve gedachte was dat het sowieso beter kon. We zijn ons gaan verdiepen in waar de mogelijkheden voor verbeteringen liggen op korte en lange termijn.”
100 procent recycling
En die vooruitgang is geboekt, zoals partiële recycling, waarbij 100 procent van het asfalt wordt gerecycled. ‘Het doel is om te kijken naar de materiaalstromen in Nederland en te bepalen wat maximaal haalbaar is vanuit het oogpunt van duurzaamheid en recycling.’ Ieder jaar wordt tussen de 5 en 6 miljoen ton asfalt geproduceerd en komt zo’n 3 tot 3,5 miljoen ton asfaltgranulaat (na frezen) vrij. 100 Procent van dit vrijgekomen asfaltgranulaat wordt ingezet voor hergebruik. Met de huidige vraag naar asfalt ligt het maximale recyclingpercentage tussen 50 en 60 procent. Om te kunnen voldoen aan een volledig 100 procent recycling van de geproduceerde asfaltwegen, zullen er in de toekomst andere afwegingen moeten worden gemaakt dan we in 2023 doen. Hierdoor moeten nu de percentages worden verhoogd. Standaardcontracten van overheidsinstanties zoals van Rijkswaterstaat bevatten momenteel een maximumpercentage, maar Pascal en zijn team dagen partijen zoals deze uit om dit percentage te verhogen. “Hoe meer recycling er plaatsvindt, hoe duurzamer het is.” Door te investeren en informatie te verzamelen, kan worden voorkomen dat asfalt laagwaardig wordt ingezet. Het is belangrijk om te weten wat er wordt weggegooid en wat er nog bruikbaar is. Dit geldt ook voor teerresten uit het verleden die naar de TAG reiniger moeten worden gebracht.
Beperkingen voor de industrie
Bij het verduurzamen van de asfaltindustrie wordt er niet alleen gekeken naar de recyclingpercentages, maar ook naar andere aspecten zoals emissies en totale milieu impact. “De industrie loopt tegen allerlei beperkingen aan vanwege de kleine omvang van ons land en de impact van de uitstoot op de regio. Zo is stikstof een nationaal beleid met regionale en lokale impact. Ook de emissie van ZZS is nationaal beleid met impact op de regio. Het is dan ook belangrijk dat er in Den Haag meer bekend wordt over wat er allemaal speelt in de asfaltindustrie. Een integraal beleid vanuit Den Haag is nodig, waarbij de verschillende aspecten die van nationaal en regionaal belang zijn worden afgewogen (voorbeelden hiervan zijn economische belangen, gezondheid, milieu enzovoort). Er wordt momenteel veel gevraagd van de industrie, zoals de inventarisatie van zeer veel verschillende en zeer grote hoeveelheden stoffen. Die inventarisatie bevat in sommige gevallen 6000 ZZS en 8000 potentiële pZZS. Het verschilt per omgevingsdienst hoe hiermee wordt omgegaan en van een groot deel van ZZS weten we nog niet hoe we ze moeten meten, laat staan dat we weten hoeveel er uit de schoorsteen komt.”
Hoge productietemperaturen uitfaseren
Tijdens de algemene ledenvergadering van VBW in 2021 is besloten om kritisch te kijken naar het laaghangend fruit als het gaat om het verduurzamen. Zo is er snel daarna een voorstel geschreven voor het uitfaseren van hoge productietemperaturen en de gehele achterban ging er gelijk mee akkoord. De grootste uitdaging daarbij is dat veruit de meeste opdrachten voor de aanleg van asfaltwegen valt onder provincies en gemeentes. Die laatste hebben niet altijd de capaciteit om de juiste technische inschattingen te maken en hebben daarbij uitdagingen met budgetten.
Maar de kosten van Warm Mix Asfalt (WMA) ten opzichte van Hot Mix Asfalt (HMA) liggen niet perse hoger, aldus Pascal. In dit geval is het meer een gevalletje: “wat de boer niet kent… “
Pascal: “we hebben er nationale en internationale experts bij gehaald en hen de vraag gesteld of er belemmeringen zijn op het gebied van regelgeving. Die waren er niet. Het enige is dat als je echt met veel lagere temperaturen gaat produceren je wel tegen extra kosten aanloopt. Maar überhaupt om na te gaan denken over het idee, was al een uitlokking van een allergische reactie.
We kunnen wachten op de overheid, maar we kunnen ook kijken naar wat we zelf kunnen doen, aldus Pascal. Zo zijn we als VBW verantwoordelijk bij asfaltproductie voor gebruik van minder energie. Dat kan bijvoorbeeld door het overkappen van voorraden grondstoffen om zo het vochtpercentage in granulaat te reduceren en hierdoor minder massa te verwarmen. Alles wat we kunnen doen proberen we te doen tegen redelijk gelijkblijvende kosten. Het verschilt per wegbeheerder of Warm Mix Asfalt geaccepteerd wordt en waar de intrinsieke motivatie vandaan komt. Maar als je ambities hebt, moet je die dan ook waar kunnen maken en soms moet er dan geld bij.
Rood asfalt
Als één van de weinige industrieën heeft de asfaltsector Product Category Rules (PCR) opgesteld ter uniformering van de uitvoering van LCA’s (Levens Cyclus Analyse, een instrument voor de beoordeling van de duurzaamheid van bouwproducten). Zo stellen ze zichzelf de vraag: “wat zijn de grondstoffen die we niet hoogwaardig kunnen recyclen?” Blanke bindmiddelen voor gekleurd asfalt behoren daartoe. Hiervan ligt de milieudruk 4-6 keer hoger dan ander asfalt. “Om dit uit te faseren hebben we de wegbeheerder ook echt nodig” zegt Pascal. Rood asfalt is moeilijk in hergebruik en heeft een hogere milieu impact en dus faseren we dit uit. Aan de andere kant heeft rood asfalt wel een verkeersveiligheidsfunctie.
Nog een mogelijkheid is het kijken naar productinnovaties als een 100 procent biobased bindmiddel. Hiervoor zijn verschillende onderzoekstrajecten ingezet en de resultaten lijken tot op heden bijzonder goed uit te vallen.
Waar we naartoe moeten gaan is ketensamenwerking. Het delen van kennis, openstaan voor innovaties en samen werken naar een duurzamere toepassing van asfalt.