Recycling wordt niet aantrekkelijker door importheffing op buitenlands afval
BRBS Recycling zet vraagtekens bij importheffing op buitenlands afval als uitvoeringsmaatregel van het Urgenda-vonnis.
Of het belasten van het verbranden en storten van buitenlands afval zal bijdragen tot een CO2-reductie is nog maar zeer de vraag. Als de belastingverhoging (deels) wordt geabsorbeerd in het poorttarief wordt het beoogde effect niet bereikt. Mocht het wel tot minder import leiden, dan zal het afval in het buitenland worden gestort of verbrand waarmee de gewenste CO2-reductie teniet wordt gedaan.
Het plotseling stoppen van het importeren van afval uit het buitenland heeft direct invloed op de Nederlandse afvalmarkt. De ervaring heeft geleerd dat dit kan leiden tot een verlaging van de verbrandingstarieven. Dit maakt, in tegenstelling tot hetgeen wordt beweerd, recycling juist minder aantrekkelijk. Met als gevolg dat er minder Nederlands afval wordt gerecycled en de CO2-emissie weer toeneemt.
Alleen met een volledig beleid aan sturingsmaatregelen en een oplossing voor de overcapaciteit aan verbrandingsruimte in Nederland kan het beoogde (inter)nationale CO2 effect worden gerealiseerd.