Recyclinggranulaat: Kwaliteitsborging
De kwaliteit van zowel recyclingproducten als recyclinggranulaat is van groot belang voor de acceptatie van deze materialen in de markt. De sector doet veel aan kwaliteitsborging en stelde al in de jaren 1980 een eigen kwaliteitsborgingssysteem op. Dit is in 1995 omgezet in een nationale Beoordelingsrichtlijn, met onafhankelijke externe controle door certificatie-instellingen. Tegenwoordig toont dit certificaat bij uitstek de geschiktheid van het product aan voor een reeks toepassingen in de bouwsector (bouw en GWW). Verderop in dit artikel wordt toegelicht dat dit een groot verschil is met CE markering.
Technische en milieuhygiënische kwaliteit
De certificatie vindt plaats via BRL 2506. Deze BRL (beoordelingsrichtlijn, de afspraken volgens welke het certificaat wordt afgegeven) is in twee delen gesplitst: een KOMO BRL 2506-1 met technische eisen voor recyclinggranulaat en NL-Bsb BRL 2506-2 met de milieuhygiënische eisen voor recyclinggranulaat volgens het Besluit bodemkwaliteit.
Het certificaat volgens BRL 2506-2 is erkend als kwaliteitsverklaring voor het Besluit bodemkwaliteit. Deze biedt het voordeel (ten opzichte van partijkeuringen) dat er sprake kan zijn van een continue bedrijfsvoering en dat er niet gekeurd hoeft te worden in apart te houden partijen. Daarom zijn vrijwel alle puinrecyclingbedrijven gecertificeerd voor deze regeling. BRL 2506-1 is gebaseerd op nationale en Europese normen voor korrelvormige materialen en op de Standaard RAW Bepalingen. Deze verzekert de toepasser van recyclinggranulaat van de technische kwaliteit en geschiktheid van het product. De bouwer kan hiermee vertrouwen op de grondstoffen en aantoonbaar maken dat zijn bouwwerk voldoet.
Geschikt voor toepassing
Recyclinggranulaat is niet zomaar geschikt voor toepassing in de wegenbouw of betonbouw. Het product moet voldoen aan een reeks producteigenschappen. Afhankelijk van de beoogde toepassing (in beton of in de wegenbouw) verzekert het certificaat volgens BRL 2506-1 de geschiktheid voor toepassing van het recyclinggranulaat. Voor het bepalen van deze geschiktheid bestaan Europese en nationale normen en de Standaard RAW Bepalingen van het CROW. Waar nodig zijn de eisen aangevuld met eisen waarmee specifieke uitvoeringsproblemen worden voorkomen. Al deze kwaliteitseisen zijn geborgd in BRL 2506-1.
Strikte controle
De certificatie volgens BRL 2506 omvat een zorgvuldig systeem van controle van de grondstoffen (het puin), procescontrole en een intensieve controle van het eindproduct door de producent zorgt er voor dat het product aantoonbaar voldoet. De regeling voorkomt ongewenste bijmengingen van grond en andere zorgwekkende stoffen en heeft een uitgebreide module om asbest te voorkomen. Alle eindproducten worden gekeurd volgens de voorgeschreven onderzoeksmethoden. De eigen productiecontrole staat onder frequent toezicht door de onafhankelijke certificatie-instelling die naast auditing ook verificatieonderzoek uitvoert door het nemen van monsters. Deze controles vinden onaangekondigd plaats zodat de producent onverwacht wordt gecontroleerd. Dit geeft de afnemer en toepasser zekerheid.
Verschil met CE markering
Dat BRL 2506-1 de technische geschiktheid van het product voor civieltechnische toepassingen aantoont is het kenmerkende onderscheid met CE markering. Bij CE markering voor korrelvormige materialen is geen of minimaal sprake van externe controle en is de set van gecontroleerde eigenschappen de eigen keuze van de leverancier. Dit zegt niets over de geschiktheid van het product. Het vraagt veel deskundigheid om een prestatieverklaring te kunnen beoordelen. Het certificaat neemt dit probleem weg en vult de CE markering ook aan.
Geen afval
BRL 2506 legt ook de basis onder de Einde afval status voor recyclinggranulaten. Daarom is het altijd aan te bevelen dit certificaat (delen 1 en 2) in bestekken of bij opdrachtverlening voor te schrijven.