BRBS Recycling

Omgevingswet biedt nieuwe mogelijkheden

BRBS Recycling interviewde Jan van den Broek, Senior Legal Counsel bij VNO-NCW en MKB-Nederland en adviseur omgevingsrecht over de Omgevingswet die op 1 juli 2022 van kracht moet worden. De wet is klaar, het wachten is op de ICT-tool. Welke veranderingen komen eraan, wat voor impact heeft het op de bedrijfsvoering, huidige vergunningen en toekomstige activiteiten?

Één ding is zeker: de pakweg 600 artikelen tellende Omgevingswet mag dan nog maar tien procent zijn van de nu geldende wetsartikelen, maar ook dat zullen ondernemers nog steeds veel vinden.  “Het goede nieuws is, dat zij die artikelen ook bij lange na niet allemaal hoeven te lezen”, aldus Van den Broek. Veel bedrijven hebben nu al te maken met het Activiteitenbesluit, dat straks wordt vervangen door het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Dat is zo opgebouwd dat de ondernemer direct kan zien wat  van belang is voor zijn bedrijf. Nu heet een bedrijf nog een inrichting, straks een milieubelastende activiteit. De vragen waarop het Bal een antwoord geeft zijn: welke milieubelastende activiteit voer ik uit, is daar een vergunning voor nodig en gelden algemene regels, net als nu in het Activiteitenbesluit? Volgens Van den Broek is de Omgevingswet een verbetering ten opzichte van wat er nu ligt. Van den Broek: “de Omgevingswet bundelt 26 wetten; 135 uitvoeringsregelingen worden teruggebracht tot vijf algemene maatregelen van bestuur en een Omgevingsregeling. Dat niet alleen, de structuur en de opzet van deze wetgeving is toegankelijker. Momenteel moet je ieder hoofdstuk van het Activiteitenbesluit doorlezen om te kijken of jouw activiteit hieronder valt; dat verandert drastisch. De lees- en toepasbaarheid wordt vele malen gemakkelijker. Nog belangrijker is, dat de Omgevingswet een cultuurverandering beoogt: de overheid moet meer oog hebben voor initiatieven van ondernemers. Voor wat wel kan en niet alleen voor wat niet kan.”

Van doolhof naar richtingaanwijzer

Zodra je duidelijk hebt welke activiteiten jouw onderneming uitvoert, zoek je deze per activiteit op in het Bal. Activiteit gevonden? Dan word je vanzelf naar de goede plek geleid waar de bijbehorende voorschriften en eventueel een vergunningplicht zijn opgenomen. De ondernemer wordt niet meer het doolhof ingestuurd, maar vertrekt met een richtingaanwijzer naar datgene wat van belang is voor de uitvoering van deze activiteiten. De andere regels zijn dan niet meer relevant, behalve een specifieke zorgplicht die voor alle bedrijven geldt; wie zich aan het Bal en de vergunning houdt, zal echter niet snel met die zorgplicht te maken krijgen.

Vergunningplicht en maatwerk

Afvalverwerkers en recyclers kennen verschillende soorten vergunningen en meldplichten. Dat blijft zo. Het Bal geeft aan wanneer de vergunning is vereist of wanneer een melding voldoende is. Omdat het begrip inrichting verdwijnt is de milieubelastende activiteit het uitgangspunt. Een bijzondere plaats is er voor de IPPC-installatie. Die is per definitie geclassificeerd als een complex bedrijf en voor deze bedrijven is een vergunning vereist, die meestal in overleg met het bevoegd gezag – gemeente of provincie - wordt opgesteld. In principe gelden dan niet of nauwelijks de voorschriften van het Bal, al kunnen deze wel model staan voor een vergunningvoorschrift. Nieuw is wel dat de overheid leges mag gaan vragen voor de milieuomgevingsvergunning; die leges waren in 1998 afgeschaft.

Mocht men meerdere activiteiten uitvoeren zoals transport en inhouse onderhoud van het wagenpark, dan dient de ondernemer voor beide activiteiten te kijken wat van toepassing is. Bij een kleine omvang van de activiteit is vaak geen vergunning nodig, maar is er mogelijk alleen een meldplicht. In de Omgevingswet staat duidelijk beschreven wat de omvang  is van bepaalde activiteiten en wanneer daarvoor een vergunning moet worden aangevraagd. Zo zullen kleinschalige lasactiviteiten gewoonlijk onder algemene regels vallen en niet meer apart in de vergunning hoeven te worden geregeld.

Waar moet je op letten?

Om te voorkomen dat een bedrijf onnodig veel tijd besteedt aan de Omgevingswet, geeft  Van den Broek een aantal waardevolle tips. Dit zorgt voor een gerichte benadering van bedrijfsactiviteiten ten opzichte van de Omgevingswet en de daarbij behorende vergunnings- en meldingsplichten.

  1. Kijk in het Bal alleen naar de activiteiten van jouw bedrijf. De rest is overbodig.
  2. Let op de nationale, provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies. Elke provincie en gemeente is verantwoordelijk voor een omgevingsvisie (NOVI, POVI en GOVI)1. Deze visie bepaalt of men wil saneren of juist opbouwen in een bepaalde activiteit en op bepaalde locaties. Deze kennis is voor ondernemers van belang voor de toekomst van hun bedrijfsvoering.
  3. Bekijk het omgevingsplan2. Iedere gemeente heeft dit vanaf 1 juli 2022 automatisch. Dit is vergelijkbaar met een bestemmingsplan. Echter zijn alle bestemmingsplannen van een gemeente hierin samengevoegd. In het omgevingsplan staat ook een aantal gemeentelijke verordeningen. Men kan hier tegen in beroep gaan, net zoals nu tegen onderdelen welke in de huidige bestemmingsplannen zijn opgenomen.
  4. VNO-NCW, MKB-Nederland en de aangesloten branches staan open voor het melden van volgens hen onwerkbare regels of voorschriften in de Omgevingswet en het Bal, maar ook in het Omgevingsbesluit (procedures), het Besluit bouwwerken leefomgeving (vervangt het Bouwbesluit) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (beoordelingsregels vergunningen). Die punten worden dan bij de overheid neergelegd. Hij verwacht dat er in dat verband nog een of meerdere  veegregelingen worden opgesteld, waarin dit soort fouten in de wet kunnen worden gerepareerd3. Een voorbeeld is het voorschrift dat de activiteit “bewerken van steen” in een gesloten ruimte moet gaan plaatsvinden. Van den Broek geeft aan dat het goed is dat BRBS Recycling dit punt aanpakt en volgt deze discussie op de voet.

Decentralisatie van regelingen

Voor milieubelastende activiteiten gelden algemene regels. Bij het opstellen van de Omgevingswet is gestreefd naar vereenvoudiging waarbij er een aantal activiteiten niet meer landelijk wordt geregeld in het Activiteitenbesluit, maar lokaal in het omgevingsplan. Dit houdt in dat er op lokaal niveau meer ruimte is voor invulling voor met name die zaken die ook lokaal beoordeeld kunnen worden: zoals bijvoorbeeld verkeers- en geluidsbelasting. Dit houdt wel in dat je als bedrijf alert moet blijven op de lokale besluitvorming en die zo nodig moet beïnvloeden.

Huidige vergunningen

Als vergund bedrijf heb je vastgelegde rechten in afstemming met de huidige regelgeving. Wat is de impact van de Omgevingswet op deze reeds verstrekte vergunningen?

Van den Broek: “er bestaat overgangsrecht, dat betekent dat verleende vergunningen blijven bestaan. Heb je momenteel een vergunning voor een bepaalde inrichting, dan geldt deze automatisch als een vergunning voor een milieubelastende activiteit. Als een vergunning is aangevraagd, mag die worden afgewerkt volgens de geldende regels. Gemeenten kunnen niet zomaar ambtshalve een bestaande vergunning wijzigen. Een toezichthouder kan natuurlijk wel ingrijpen als een bedrijf geen vergunning heeft, waar dat wel moet. Maar dat is nu ook al zo.”   Van den Broek wijst er op dat de insteek van de Omgevingswet is dat de vergunningverlener de intentie heeft de ondernemer vlot aan een vergunning te helpen. Een positieve insteek. Dat geldt ook bij maatwerk: “dit is niet bedoeld om het voor ondernemers moeilijker te maken maar om de vergunningverlener de ruimte te geven om af te wijken van de Omgevingswet en soms ook te versoepelen waar dat mogelijk is.” Volgens Van den Broek hoeft men zich in de meeste gevallen geen zorgen te maken. Het is zaak dat brancheorganisaties zoals BRBS Recycling hun leden adviseren omtrent het Bal en de daarin geregelde meld- of vergunningsplicht.

Digitale tools

Nog een ding wil Van den Broek kwijt. Bedrijven zijn nu gewend aan ruimtelijkeplannen.nl om te weten wat het bestemmingsplan toestaat, het Omgevingsloket Online (OLO) om vergunningen aan te vragen en de Activiteiten Internetmodule (AIM) om een melding te kunnen doen op basis van het Activiteitenbesluit. Straks moet dat allemaal met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). VNO-NCW, MKB-Nederland en branches zijn bezig om dat DSO te testen, zodat het zo gebruikersvriendelijk mogelijk wordt voor ondernemers.

Heb je na het lezen van dit artikel vragen? Meer informatie kun je vinden op websites zoals:
https://www.vno-ncw.nl/standpunten/omgevingswet
https://www.mkb.nl/standpunten/omgevingswet
www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl
https://vng.nl/rubrieken/omgevingswet
https://www.ipo.nl/

1 NOVI, POVI en GOVI zijn respectievelijk de Nationale, Provinciale en Gemeentelijke omgevingsvisie
2 Als op 1 juli 2022 de Omgevingswet in werking treedt, vormen alle bestemmingsplannen van een gemeente automatisch samen één omgevingsplan.
3 Eind 2021 wordt een veegregeling verwacht, die nog wat onderdelen van de regels aanpast. Dit is voor bedrijven het moment om te vragen om aanpassingen van bepaalde onderdelen. Deze kunnen ook gemeld worden bij Jan van den Broek (broek@vnoncw-mkb.nl).