BRBS Recycling

Mobiel breken van bouw- en sloopafval onder de Omgevingswet

Zoals het er nu naar uitziet treedt de Omgevingswet op 1 januari 2023 in werking. Een goed moment om alvast eens stil te staan bij de wettelijke regels die gaan gelden voor het mobiel breken van bouw- en sloopafval op de slooplocatie. Nu zijn die regels nog te vinden in het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval. Onder de Omgevingswet wordt dat het Besluit bouwwerken leefomgeving. De belangrijkste wijzigingen passeren de revue.

Het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval heeft betrekking op het met een mobiele installatie breken van bouw- en sloopafval op de locatie waar het materiaal vrijkomt. Voor dit soort mobiele en kortdurende projecten geldt geen vergunningplicht. De toepasselijke milieuregels zijn te vinden in het Besluit mobiel breken. De voorschriften zijn opgenomen in de bijlage bij het Besluit. Deze hebben betrekking op alle installaties en toestellen die ter plaatse worden gebruikt ten behoeve van het mobiel breken. Daaronder zijn in ieder geval begrepen de breekinstallatie zelf, maar ook de bijbehorende zeefinstallaties, windzifters, transportbanden, laadschoppen, crushers, wielladers, kranen en de aan- en afrijdende vrachtwagens. De voorschriften zien onder meer op geluid en trillingen, lucht, verlichting, bodembescherming, de opslag van gevaarlijke stoffen, het afleveren van brandstof en onderhoud en schoonmaak. De voorschriften richten zich tot degene die de mobiele breker in werking heeft of de persoon die de feitelijke leiding daarover heeft. Zij moeten ervoor zorgen dat de voorschriften worden nageleefd.

Degene die van plan is om een dergelijk mobiel sloopproject  uit te gaan voeren, moet het bevoegd gezag tenminste vijftien werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden daarvan schriftelijk in kennis stellen. Het bevoegd gezag is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarbinnen de mobiele breker in werking zal worden gebracht. De maximale duur van het breken bedraagt drie maanden. De daadwerkelijke start van de activiteiten moet ten minste twee werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden worden doorgegeven aan het bevoegd gezag.

Omgevingswet

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervalt het Besluit mobiel breken. Het wordt vervangen door het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De regels voor het mobiel breken van bouw- en sloopafval zijn opgenomen in afdeling 7.2 van het Bbl. De regels zijn niet drastisch aangepast.

Ook onder de Omgevingswet mag ten hoogste een periode van drie maanden worden gebroken in de directe nabijheid van het project waar het bouw- en sloopafval ontstaat. Aanvoer van bouw- en sloopafval van elders is en blijft verboden. Als hoofdregel blijft gelden dat het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag is. Ook onder de Omgevingswet dient degene die voornemens is mobiel te gaan breken, het bevoegd gezag hierover tijdig te informeren. De “kennisgeving” wordt vervangen door de “melding”. Net als de kennisgeving nu, dient de melding straks een aantal gegevens en bescheiden te bevatten. Het gaat bijvoorbeeld om de  naam en het adres van de degene die de mobiele breker in werking heeft, het adres van de sloop- en breeklocatie, de data en tijdstippen dat met een mobiele puinbreker bouw- en sloopafval wordt bewerkt, een globale inventarisatie van de hoeveelheid en de aard van het met de mobiele puinbreker te bewerken bouw- en sloopafval en een beschrijving van de bronsterke (LW) in dB(A) van de mobiele puinbreker.

Melding

Nu geldt nog een kennisgevingstermijn van tenminste vijftien werkdagen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. Die termijn wordt verlengd naar tenminste vier weken. Het handelen zonder of in afwijking van de melding is verboden. Tegen het te vroeg starten van de werkzaamheden of het in afwijking van de melding handelen, kan het bevoegd gezag dus handhavend optreden. Nieuw is ook dat in de melding aangegeven moet worden wie de eigenaar wordt van het recyclinggranulaat.

Net als nu het geval is, dient het bevoegd gezag ook onder de Omgevingswet ten minste twee werkdagen voor de start van de werkzaamheden daarover te worden geïnformeerd. Dat is nodig omdat het bevoegd gezag toezicht en controle moet kunnen houden op de werkzaamheden. In de meeste gevallen zal de startdatum al in de melding staan. In dat geval hoeft de start van de werkzaamheden niet nog eens te worden doorgegeven

Zorgplicht

Wat opvalt is dat een aantal regels niet expliciet terugkomt. Het gaat bijvoorbeeld om regels over het bijhouden van een inspectie- en onderhoudssysteem, opslag van gevaarlijke stoffen en het afleveren van brandstof. In plaats daarvan geldt een specifieke zorgplichtbepaling (artikel 7.31 Bbl).  Deze verplicht de breker alle maatregelen te nemen om de veiligheid te waarborgen en de gezondheid te beschermen en maatregelen te treffen om ongevallen te voorkomen en geen significante verontreiniging te veroorzaken.

Geluid

Net als nu het geval is, mag een mobiele breker straks alleen op werkdagen tussen 7.00 en 19.00 uur in werking zijn. Naarmate een mobiele breker meer geluid veroorzaakt, neemt het aantal dagen waarop die activiteiten mag worden uitgevoerd af. Zo geldt dat een mobiele puinbreker maximaal 15 dagen een dagwaarde van meer dan 65 dB(A) mag veroorzaken op de gevel van bijvoorbeeld een woonfunctie of kinderopvang. Van deze 15 dagen mag de dagwaarde maximaal 5 dagen hoger zijn dan 70 dB(A). Ook geldt dat de geluidbelasting nooit meer dan 75 dB(A) mag bedragen.

Maatwerk

Het bevoegd gezag kan in een aantal gevallen afwijken van de algemene regels uit het Bbl door het stellen van maatwerkvoorschriften. Zowel strengere als soepelere maatwerkvoorschriften zijn mogelijk. Het is echter niet de bedoeling om maatwerk op grote schaal in te zetten. Het moet echt noodzakelijk zijn in een concreet geval. In de praktijk zal met name behoefte bestaan aan het bieden van soepeler maatwerk voor geluidhinder. Uit het Bbl volgt dat ten aanzien van geluid alleen de dagwaarden, blootstellingsduur, tijdstippen en perioden kunnen worden versoepeld. Dat laat echter onverlet dat bij het uitvoeren van de werkzaamheden altijd de zorgplicht geldt.